fbpx

Al jaren is de Duitse historicus en schrijver Philipp Blom in het bezit van een prachtige oude viool, waarvan de bouwer niet bekend is. De zoektocht naar de herkomst van het instrument inspireerde hem tot het schrijven van ‘Een Italiaanse reis’. Een meeslepend verslag van zijn speurtocht, vol verwijzingen naar strijkersmuziek van Vivaldi en Bach.

Laat je inspireren door Vivaldi’s soloconcerten en luister naar Harriet Krijgh en Amsterdam Sinfonietta:

“Dit is het verhaal van een passie. Het is de zoektocht naar een mens, een reis naar een wereld van drie eeuwen geleden”, zo schrijft Blom op de eerste bladzijde van zijn boek, dat geen roman is, want “ik heb niets bedacht, verzonnen, erbij gefantaseerd of opgesmukt”. De auteur verklapt meteen dat “de viool waarom het gaat géén Stradivarius is”. Wellicht dat sommige lezers een beetje worden afgeschrikt door deze introductie van Blom. Zeker als ze ontdekken dat daarna nog een vrij gedetailleerde beschrijving volgt van hoe de viool eruitziet.  Het bestuderen van de bijgeleverde foto’s maken dit fragment iets begrijpelijker, maar het volstaat ook om gauw verder te lezen. Want in het eerste hoofdstuk ‘Een ontmoeting’ begint het verhaal pas écht. Vanaf dat moment sleept Blom de lezer mee in zijn avontuurlijke zoektocht naar een anonieme vioolbouwer uit circa 1700. Tegenstrijdige verklaringen van diverse vioolexperts combineert hij met historische bronnen en een vleugje fantasie. Een soort Sherlock Holmes detective dus, met een ontknoping die de lezer zelf mag ontdekken.

“Dit is het verhaal van een passie. Het is de zoektocht naar een mens, een reis naar een wereld van drie eeuwen geleden”

Als het over violen gaat uit de periode rond 1700, dan zal menigeen onmiddellijk aan Italië denken, en dan specifiek aan het magische vioolstadje Cremona. De plek waar Stradivari en de families Amati en Guarneri de beste violen ter wereld maakten. Tevens de stad waar Amsterdam Sinfonietta samen met de Club van 100 naartoe reisde in 2019, onder andere voor een bijzonder concert waarbij de aanvoerders van het orkest op Italiaanse topinstrumenten uit het vioolmuseum mochten spelen. Voor velen is het wellicht een verrassing dat er in de zeventiende eeuw ten noorden van de Alpen óók al een belangrijk vioolcentrum bestond, en wel in het prachtig gelegen stadje Füssen in Zuid-Duitsland. Het enige dat Philipp Blom van de herkomst van zijn viool weet, is dat die zowel Italiaanse als Duitse karaktertrekken heeft. Of zoals één van de vele vioolexperts die hij heeft gesproken het formuleert: “Ik zou zeggen: zoals ze gebouwd is, werd ze bij wijze van spreken met een accent gebouwd – in vloeiend Italiaans, maar met een licht Zuid-Duits accent”.

“Ik zou zeggen: zoals ze gebouwd is, werd ze bij wijze van spreken met een accent gebouwd – in vloeiend Italiaans, maar met een licht Zuid-Duits accent”

Het is een meesterlijke zet dat Blom vervolgens een naam verzint voor de mogelijke bouwer van zijn viool: Hanns, geboren in Füssen, gedoemd om de gevaarlijke reis over de Alpen te maken om bij een Italiaanse bouwer in de leer te gaan. Het lot van vele jongens uit Füssen, want zoveel vioolbouwers had deze streek niet nodig. Zeker niet na het uitbreken van de Dertigjarige Oorlog en de pestepidemie. Met behulp van bewaard gebleven archiefstukken gaat Blom vervolgens op zoek naar het leven van deze zogenaamde Hanns. Aangespoord door een aantal vioolexperts die een duidelijke link leggen tussen Füssen en Venetië, zoekt hij zo veel mogelijk informatie op over vioolbouwers uit Füssen die zich in Venetië hebben gevestigd. Want dat was de Italiaanse stad waar voldoende plek was voor deze immigranten: het muzikale centrum van Europa waar de opera was uitgevonden en waar op elke straathoek muziek werd gemaakt. Het is bijvoorbeeld heel goed mogelijk dat onze Hanns in de leer ging bij de uit Tirol afkomstige Venetiaanse bouwer Matteo Goffriller, want die had een bloeiende werkplaats waar meerdere Duitse jongens werden opgeleid.

Steeds als hij op een historische plek komt waar de bouwer van zijn viool mogelijk óók is geweest, pakt hij zijn viool uit om een stukje muziek te spelen.

Een groot deel van het boek bestaat uit de hierboven beschreven speurtocht naar het leven van deze Duits-Venetiaanse vioolbouwers. En uiteraard staat Blom ook uitvoerig stil bij het Venetiaanse muziekleven rond 1700, waarin Vivaldi een grote rol speelde. De uitvinder van het vioolconcert, die ongetwijfeld vele instrumenten bestelde bij de vioolbouwers, voor de weesmeisjes die hij vioolles gaf. Maar Blom gaat nog verder, hij voegt ook een heel persoonlijk verhaal toe: zijn poging om professioneel violist te worden totdat hij tot de pijnlijke conclusie kwam dat hij daarvoor te weinig talent had. Desondanks blijft hij zijn leven lang intensief vioolspelen en dat geeft veel voldoening. Zijn liefde voor muziek in het algemeen en voor vioolspel in het bijzonder maken zijn zoektocht naar de onbekende vioolbouwer extra speciaal. Steeds als hij op een historische plek komt waar de bouwer van zijn viool mogelijk óók is geweest, bijvoorbeeld in een kerk van de Duitse gemeenschap in Venetië, pakt hij zijn viool uit om een stukje muziek te spelen. Daarmee verbindt hij het leven van deze anonieme vioolbouwer met zijn eigen leven in het hier en nu. Want drie eeuwen geleden was zijn viool er ook al en moet er ook al een violist zijn geweest die zijn instrument bespeelde. Het was historisch correcter geweest als hij een vioolconcert van Vivaldi had gespeeld, maar in deze ‘Duitse’ kerk in Venetië kiest Blom liever voor de Chaconne van Bach, de geniale Duitse componist die veel had geleerd van de muziek van Vivaldi, maar die zelf nooit in Italië was geweest.

“Ik heb denk ik zo’n half uur gespeeld, en ik probeerde te geloven dat dit een thuiskomst was voor mijn viool, een terugkeer naar een plek die ze van vroeger kende. Als dat zo was, dan hield ze dat voor zichtzelf geheim. Ze zong onder mijn handen en produceerde de akkoorden en de loopjes die een jongeman in het stadje Köthen diep in Duitsland tien generaties eerder op papier had gezet, ze wierp ze de warme echo van de ruimte in, die de klank zo genereus opnam dat alle fouten en onzekerheden leken te verdwijnen en alleen de muziek zelf overbleef, een roep, een uitnodiging, een hommage.”

(Philipp Blom, Italiaanse reis, pagina 306)

Noortje Zanen

Bestel ‘Een Italiaanse reis’ bij de Bezige Bij

Ontvang de nieuwsbrief

Blijf altijd op de hoogte van het laatste nieuws.