‘Chopin is een god en zijn muziek is als een bijbel. Als pianist kun je niet om hem heen – hij schreef voor piano zoals Paganini voor de viool.’ Aldus de 27-jarige pianist Bruce Liu vanuit zijn woonplaats Montréal. Sinds Liu in 2021 het Chopinconcours in Warschau won, heeft hij meer Chopin gespeeld dan ooit. Zijn optreden werd alom bejubeld en de Canadese krant Le Devoir stelde hem op één lijn met ‘legendarisch laureaten’ als Maurizio Pollini, Martha Argerich, Krystian Zimerman en Yundi Li.
Op de vraag of Chopin zijn lievelingscomponist is, antwoordt Liu: ‘Hij zit in mijn bloed, maar ik ben ook nieuwsgierig naar andere componisten, mijn voorkeuren wisselen.’ Tijdens de Europese tournee met Amsterdam Sinfonietta speelt Liu Chopins Tweede pianoconcert in een bewerking voor piano en strijkorkest.
Handelsmerk van Amsterdam Sinfonietta is het musiceren zonder dirigent, iets wat Liu, gezien het hoge niveau van het ensemble, met vertrouwen tegemoetziet: ‘Het creëert een heel speciale chemie want ook al probeer je de concertmeester af en toe aan te kijken, het grootste deel van de tijd voel je de muziek en voel je hoe het ensemble ademt. Ik denk dat er meer ruimte is voor een persoonlijke touch en ik verwacht dat er minder misverstanden zijn omdat het contact directer is.’
Toch is het volgens hem ‘link’ om juist Chopin zonder dirigent te spelen, hij is immers de meester van het rubato – een groot verschil met meer klassieke componisten als Mozart en Beethoven. ‘Het is belangrijk om goed met elkaar over de stijl te praten,’ zegt Liu. ‘Amsterdam Sinfonietta heeft een eigen manier van spelen, van fraseren, van strijktechniek, en een eigen klank. En ik kom met mijn ideeën over de stukken, dus we moeten ontdekken waar we elkaar raken.’
Bruce Liu – in 2020 veranderde hij zijn Chinese naam Xiaoyu in ‘Bruce’, een knipoog naar vechtkunstacteur Bruce Lee – laat zich inspireren door pianisten van het oude stempel, onder wie Arthur Rubinstein en Vladimir Horowitz, die zich onderscheidden door een heel persoonlijke en vrije benadering van de partituur. Liu: ‘Toen ik als tiener Chopin studeerde luisterde ik naar pianisten als Krystian Zimerman, Martha Argerich en Alfred Brendel, maar mijn leraar draaide ook eens een opname van Alfred Cortot. Hij vond hem geweldig. Ik begreep daar niets van want Cortot speelde elke twee maten wel een foute noot. Bovendien was het een oude opname, met veel ruis en gekraak, dus niet prettig om naar te luisteren. Maar in de loop van de tijd ging ik begrijpen dat bij Cortot de nadruk niet ligt op de techniek maar op de ideeën. Hij offerde de structuur op voor een prachtig cantabile. Wat is het doel van kunst? Om de juiste noten te spelen of om de luisteraars in vervoering te brengen? Zonder meer dat laatste. Dus over het algemeen waardeer ik die ouderwetse manier van interpreteren, gebaseerd op een vocale, aria-achtige benadering. De piano is in wezen een percussief instrument; voor ons is het de uitdaging om de klank te verlengen, om legato te maken.’
Hoe verdiep je als pianist je muzikale zeggingskracht? ‘Daar is niet één antwoord op te geven. Het is complex om kunstenaar te zijn. Soms is het belangrijk om even uit je eigen, vertrouwde wereldje te stappen – bijvoorbeeld door naar schilderijen te kijken of door vanuit andere instrumenten te denken, vanuit de klank van strijkers of zangers; en soms juist door terug te gaan naar het stuk zelf en te lezen over de geschiedenis ervan. Chopin schreef bijvoorbeeld zijn Eerste pianoconcert op jonge leeftijd, nog voordat hij naar Parijs ging, toen hij zich sterk verbonden voelde met zijn geboorteland Polen. In dat concerto gaat het om patriottisme, jeugdig enthousiasme en spontane hartstocht. Die context is heel belangrijk voor je visie op zo’n stuk.’
Bruce Liu en de strijkers van Amsterdam Sinfonietta ondernemen een intensieve tournee: in twintig dagen tijd spelen ze vijftien concerten in verschillende Europese landen. Liu neemt in ieder geval zijn zwembroek mee. Hij is een geoefend zwemmer en een volstrekt andere bezigheid naast het musiceren houdt hem fris. Maar ook het feit dat hij elke avond op een ander instrument speelt, maakt dat routine niet snel op de loer ligt. ‘Als pianist hebben we het geluk én de pech dat we in elke concertzaal een ander instrument treffen. Het is een uitdaging zo’n vleugel in korte tijd te leren kennen. Als het een percussief instrument is probeer je de zangerigheid te vinden, als het te wollig is probeer je juist wat meer te articuleren.’
De echte verrassing van deze tournee is het feit dat de strijkers van Amsterdam Sinfonietta staand spelen. ‘Dat is nieuw voor mij. Het zal vreemd zijn dat de musici zo hoog boven mij uittorenen. Het is waarschijnlijk goed voor mijn nek, want pianisten neigen naar een starre houding. Sinds kort zit ik op een stoel met rugleuning – door beter rechtop te zitten probeer ik mijn borstkas te openen en meer te ‘ademen’. Dat ik omhoog moet kijken naar de musici draagt daaraan bij. Zij staan om mij heen.’
Jacqueline Oskamp
Amsterdam Sinfonietta en Bruce Liu treden met Heimwee naar Italië van 26 maart t/m 15 april op in Nederlandse Europese zalen. Meer informatie vind je hier.